dit blad is onderdeel van de site Stadsfontein.nl

T.b.v van het nieuw uit te voeren ontwerp van het Eemplein te Amersfoort  rees in 2007 de vraag hoe de lijn goten zich zouden gedragen indien deze waren opgesteld in een hellend vlak.

Antwoord  op deze vraag is gegeven door het maken van een proefopstelling in 2008

Bij het toepassen van een lijngoot wordt standaard de goot aangebracht tussen 2 op afschot naar de goot liggende vlakken.   De af te voeren vloeistof zal nooit omhoog lopen, en de capaciteit van de goot wordt dan begrensd door de sleufmaat, en de ont/beluchting van de goot.   Bij het uitwerken van een opdracht waar de lijngoot toegepast diende te worden in een hellend vlak rezen bij alle betrokken partijen twijfels of de goot hierop berekend was.

 

 

ODS   afdeling afvoer techniek  stelde hierop een 2 tal goten L= 1 mtr ter beschikking voor beproeving. De vraag is op welk punt zal het water over de goot opening heen lopen.

Hiertoe is een proef opstelling gemaakt waarbij de goot is gemonteerd   2 mtr vanaf de water aanvoer.  De aanvoer is gelijkmatig verdeeld  over de breedte van 1 mtr.

Ondergrond van de test opstelling is glad voor de eerste beproevingen.

Op het moment dat het punt bereikt is dat het water over de goot gaat spetteren is een deel van de oppervlakte van de testopstelling ( te weten 30 cm voor de goot) voorzien van schuurpapier korrel 120  dat is een oppervlakte ongeveer gelijk aan BKK  beton klinkers.

 

 

Het punt waarop ca 10 % van het aangevoerde water over de goot liep werd bereikt bij een hellingshoek van 7 cm hoogte verschil  op een lengte van 100 cm

en een debiet van ca 5500 ltr/uur  per strekkende meter ( glad oppervlak)

Het aanbrengen van een ruwer oppervlak zoals beschreven gaf niet veel verschil, was zeker geen verbetering maar maakte het geheel niet veel erger.

De waterfilm had op dat moment een dikte van ca 6 mm

 

 

Uit de proef opstelling zijn de volgende conclusies te trekken:            

Van belang zijn de watersnelheid, en het debiet.

De hellingshoek van het aanvoerende oppervlak aangesloten op de goot gaf bij de test opstelling boven de  7:100   bij een debiet van 5500 ltr/uur  per strekkende meter gaat een deel van het water over de goot.

Waarom de proef gestopt bij 5500 ltr/uur per strekkende meter.         

Bij dit debiet staat er een stromende waterfilm van ca 6 tot 7 mm. Dat is reeds een aardige stroom. In de praktijk zullen mensen niet zonder noodzaak door een dergelijke plas, of in dit geval stromende water heen lopen. Bij een groter debiet zal er geen toepassing in het straatwerk zijn.   Bij toepassing in een kunstwerk zullen de eisen per object verschillen, en dienen deze per geval te worden bekeken/beproefd.

 

        

                debiet 1500 ltr/uur per strekkende meter, hellings hoek 7 cm op 100 cm het water gaat nu                  in golf bewegingen stromen

        

5500 ltr / uur per strekkende meter, hoek helling 7:100   het water gaat nu over de goot ( ca 10%)

                                

zelfde situatie, maar nu met een ruw opppervlak voor de goot

 

 

Terug naar referenties